DNA afstaan, wanneer moet dat?

Het afstaan van DNA kan leiden tot grote doorbraken. Afgelopen week is er na 30 jaar tijd een verdachte aangehouden voor de moord op twee vrouwen in de jaren ’90 in Rotterdam. De 58-jarige man kwam in beeld dankzij een zeer uitgebreid en geavanceerd DNA-verwantschapsonderzoek. Ook onze cliënten hebben na een veroordeling vaak te maken met het verplicht afstaan van DNA, ook wel celmateriaal genoemd. Hoe zit het nu precies met DNA afstaan, wanneer bent u verplicht dit te doen en wat zijn uw rechten?

Verplicht DNA afstaan

De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden schrijft voor dat iedere veroordeelde van een misdrijf waarop voorlopige hechtenis is toegestaan, verplicht zijn DNA moet afstaan. Dit geldt ook voor minderjarigen. Voorlopige hechtenis is toegestaan bij een misdrijf waarvoor je een gevangenisstraf van vier jaar of meer kunt krijgen, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn bij een vechtpartij of een diefstal. Dit betekent dus niet dat de veroordeelde ook daadwerkelijk een straf van vier jaar of meer gekregen moet hebben om zijn DNA te moeten geven. DNA afstaan komt dan ook regelmatig voor. Alleen in het geval de veroordeelde alleen een geldboete opgelegd heeft gekregen, is het afgeven van celmateriaal niet verplicht.

Wat gebeurt er met uw DNA?

Bent u veroordeeld en verplicht om uw DNA af te staan, dan krijgt u van het Openbaar Ministerie een brief. U kunt zich dan melden op het politiebureau, of het celmateriaal wordt in de gevangenis afgenomen. Meestal gebeurt dit met een wattenstaafje aan de binnenkant van de wang, maar het kan ook middels bloed (vingerprik) of haarwortels. Het Nederlands Forensisch Instituut (het NFI) bewaart dit vervolgens in de DNA-databank voor strafzaken. Hoe lang dit hierin blijft, hangt onder andere af van de duur van de opgelegde straf. Meestal is dit tussen de 20 en 30 jaar.

Kunt u bezwaar maken tegen de afname van DNA?

Tegen de afname van DNA kan u geen bezwaar maken, dit is verplicht. Ook als de veroordeling voorwaardelijk was, bent u dit nog steeds verplicht. De veroordeling hoeft dus niet onherroepelijk te zijn. Wel is het mogelijk om bezwaar te maken tegen de opname van het celmateriaal in de databank. Dit bezwaar moet binnen twee weken na het afstaan van het DNA schriftelijk worden ingediend bij de rechtbank. Dit bezwaarschrift kunt u zelf opstellen, maar wij kunnen dit natuurlijk ook voor u doen. De rechtbank oordeelt vervolgens over dit bezwaarschrift tijdens een zitting, waarvoor u zal worden opgeroepen. Krijgt u gelijk, dan wordt het DNA vernietigd. Zo niet, dan krijgt het Openbaar Ministerie toestemming om het DNA-profiel in de databank op te slaan.

Zijn er ook uitzonderingsgevallen?

Er zijn wel eens uitzonderingsgevallen, waarbij er geen celmateriaal van de verdachte wordt opgenomen. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met de aard van het misdrijf. In sommige gevallen is het namelijk zo dat het soort misdrijf dat gepleegd is, niet kan worden opgespoord door middel van DNA-materiaal. Denk bijvoorbeeld aan valsheid in geschrifte. In zo’n uitzonderingsgeval is de verdachte niet altijd verplicht om celmateriaal af te staan. In de meeste gevallen mag u er echter vanuit gaan dat u gewoon verplicht bent tot het afstaan van uw DNA.